Tagarchief: grapes

Fris en fruitig in de lentezon

Zoveel te doen en te leren. Voor werk, studie of plezier, met je neus in de boeken of tegen het scherm geplakt. Hier nog iets om te bestuderen! Het geldt voor iedereen, ook wijn moet je leren drinken!

Vandaag een tip om jezelf morgenavond op te trakteren. Maar speciaal voor Flo geschreven. Ben je zover? Zet je glas maar vast klaar!

Op een zonnige dag als deze dwalen mijn gedachten naar zuidelijke oorden. In dit geval naar Spanje. In een gebied 170 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Madrid en net onder de stad Valladolid ligt het wijngebied Rueda. Het gebied ligt op een plateau met een hoogte van zo’n 800 meter. Er heerst een landklimaat van koude winters en warme zomers tot soms boven de 35 graden. Omdat de wijngaarden hooggelegen zijn, koelt het er weer flink af ’s avonds. Deze temperatuurverschillen maken het verschil tussen het zuur en zoet van de druif.

Al sinds de 11e eeuw wordt hier wijn gemaakt. Koning Alfonso XI stimuleerde de wijnbouw, sterker nog hij maakte een wet zodat iedereen die wijngaarden wilde aanplanten daarvoor een gratis stuk land kreeg. In deze periode werd er vooral sherry gemaakt. De druivensoort Verdejo leende zich uitstekend voor dit drankje omdat het uit zichzelf oxideerde.

In 1909 kwam er een einde aan de wijnbouw in het gebied. De phylloxera-epidemie (druifluis) verwoestte alle wijnstokken. Lang bleef het gebied zonder druiven, er werd nog wel eens een poging gedaan, maar de bloei van de eeuwen ervoor was verdwenen. Tot er in de jaren zeventig van de 20e eeuw Verdejo opnieuw werd verbouwd en met moderne technieken er een frisse en fruitige droge witte wijn gemaakt kon worden.

De Verdejo druiven geven zuivere, frisse, droge maar fruitige witte wijnen die bloemig ruiken. In de mond veel citrusfruit, zoals grapefruit, verder appel en peer. Zeer karakteristiek is de lichte bitterheid aan het einde.
Heerlijk bij tapas, paella of kipgerechten.
De meeste verdejo wijnen zijn gemaakt om jong te drinken, echter worden er verdojo’s gemaakt met houtlagering. Deze zijn iets rijker en zachter van smaak en hebben honing en nootachtige smaken.
Natuurlijk ook proeven!

Hier een aantal tips voor een heerlijke Verdejo:
Antonio Sanz Verdejo Rueda (By the Grape) ± 9,50
Bodegas Mocèn Verdejo (Henri Bloem) 7,50
Valseny Rueda Verdejo (grapedistrict) 8,50

Proost op de lente!

Druif van de week: Sémillon

Witte druivensoort

Misschien niet voor iedereen een bekende. Maar Sémillon wordt op meerdere plekken in de wereld verbouwd, alleen geeft het niet overal het mooiste resultaat. De plaats, grond en manier van wijn maken zorgt voor veel verschillende stijlen wijn van deze druif. Als die combinatie goed is, geeft de druif prachtige wijnen!
De druif gedijt goed op een kiezelachtige of kleigrond in een vochtig klimaat, maar met zomerse warmte. Niet verrassend dat de druif dan in Frankrijk vooral in de Bordeauxstreek en Bergerac voorkomt. Omdat de druif zuren mist wordt de druif vaak met Sauvignon Blanc geblend, deze druif geeft frisheid en houtlagering doet de wijn goed. In de wijngebieden Graves, Pessac-Léognan en Entre-deux-mers vinden we enkele topwijnen van deze blend.

De druif is vooral beroemd om de zoete dessertwijnen Sauternes en Barsac. Deze wordt gemaakt van voornamelijk Sémillon druiven (vaak 80% van de blend). De druiven worden aangetast door zogenaamde edele rotting, botrytis. Dat wil zeggen dat deze goedaardige schimmel op de druiven komt waardoor het vocht in de druif verdampt en het sap geconcentreerder wordt. Het rendement en de opbrengst zijn dan natuurlijk laag en dat zie terug in de prijs. Daarbij moet ik wel zeggen dat deze zoetjes een zeer lang bewaarpotentieel hebben. Nu drinken of over 100 jaar, het kan!
Uit het glas komen de vele aroma’s je tegemoet, bloemen, zoet fruit, honing, noten, toast en iets zwavelachtigs. Het is een complexe volle wijn met veel fruitsmaken, zoals perzik, abrikoos, mango, vijgen en rozijnen.
Het meest beroemde wijnhuis voor deze zoete wijn is Château d’Yquem. Voor een klein flesje van dit liquide gouden drankje moet je al gauw zo’n €100 betalen. In juni 2011 werd er een fles Château d’Yquem uit 1811 geveild en dat leverde een recordbedrag van €85.000 op. Maar natuurlijk zijn er ook Sauternes wijnen in andere prijsklasse. Vraag erna bij je wijnhandelaar, want dit is een wijn die je zeker een keer geproefd moet hebben.

Sémillon is ook succesvol in Australië, met name in Hunter Valley. De 100% Sémillon wijnen krijgen hier nooit een houtlagering! Wel veel zonuren en dat proef je terug in de wijn. Het zijn droge frisse wijnen met citrus smaken, appel en gras. Als je de wijn wat langer bewaard verdwijnt het citrus naar de achtergrond en komen er rijpere tonen naar voren.
Naast de blend met Sauvignon Blanc, wint in Australië de combinatie met Chardonnay terrein. In het zuidoosten van het land komen we deze combinatie veel tegen. In het glas tropische aroma’s zoals ananas en een hint perzik, maar ook toast en honing. In de mond fruitig en boterzacht.

Druif van de week: Blaufränkisch

Blauwe druivensoort

Lang werd gedacht dat deze druif genetisch identiek was aan Pinot Noir of later aan Gamay, omdat de druif onder de synoniemen Borgogna in Kroatië en Gamé in Bulgarije bekend stond. Maar met DNA testen werd vastgesteld dat Blaufränkisch afstamt van Gouis Blanc en een nog onbekende andere soort. Daarmee is Blaufränkisch wel familie van de Gamay en andere druiven die Gouis Blanc als ‘ouder’ hebben, zoals Chardonnay, Riesling en Muscadelle.

De naam Blaufränkisch werd voor het eerst beschreven in 1862, wanneer de soort op een expo in Wenen werd gepresenteerd onder deze naam. Maar de druivensoort bestond al veel langer, waarschijnlijk al in de middeleeuwen. Maar de naam werd pas in 1875 officieel erkend.
Hoewel de druif haar bekendheid vooral te danken heeft aan de Oostenrijkse wijnen, is Blaufränkisch ook bekend in andere landen, maar onder een andere naam. Zo is de druif bijvoorbeeld in Duitsland en in Washington State (VS) beter bekend als Lemberger, in Hongarije als Kékfrankos en in in Friuli (Italië) als Franconia Nera.

Omdat Blaufränkisch vroeg bloeit, maar laat rijpt, heeft de druif een warme omgeving nodig om goed te groeien. In Oostenrijk vinden we de druif daarom vooral in het oosten van het land: Burgenland. Dit gebied ligt ten zuiden van Wenen en aan de grens met Hongarije. Het wijngebied Mittenburgenland en Neusiedlersee staan bekend om de beste exemplaren.

De druif geeft zeer fruitige wijnen met aroma’s van kersen, rode bessen, bosbessen en peper. Het zijn stevige wijnen, bij houtlagering zachtere tannines en daarnaast zorgt het hout voor nog meer structuur in de wijn. Jong zijn het zeer opgewekte wijnen, als je de volle en krachtige exemplaren iets langer bewaard krijgen deze wijnen een prachtig fluweel laagje.
Heerlijk bij stoofpotjes en mooie begeleider bij gevogelte.

Enige wijnhuizen om zeker eens een Blaufränkisch van te proeven: Wendelin, Umathum, Moric, Muhr & van der Niepoort, Schiefer, Pichler-Kruzler.

Druif van de week: Carmenère

Blauwe druivensoort

Deze van origine Franse druivensoort stond vooral aangeplant in Bordeaux.
De druiven zijn klein en geven een lage opbrengst en ook zijn ze erg gevoelig tijdens de bloeiperiode. Bij veel regen kan het stuifmeel weggespoeld worden en kan er geen bevruchting plaatsvinden, met als resultaat dat er geen druiven zullen groeien.
De phylloxera-plaag (druifluis) had eind van de 19e eeuw desastreuze gevolgen in de streek en in heel Europa. De ramp heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de Europese wijngaarden werd vernietigd, in Frankrijk bezweek na 1870 ongeveer 70% van alle planten. Bestrijding was onmogelijk, tot de ontdekking dat Amerikaanse wortelstokken wel resistent waren tegen de druifluis. Dit bracht de oplossing voor Europa. Wijnboeren konden de wortelstokken enten op de bestaande wijnstokken.
Carmenère werd na de ravage alleen niet meer heraangeplant in Bordeaux, eveneens vanwege de structurele gevoeligheid van de druivensoort.
De planten waren echter al voor het ramp geëxporteerd naar Chili. De eerste werden rond 1850 naar het land gebracht. Lang heeft men daar verondersteld dat het Merlot wijnstokken waren. In 1994 ontdekte twee Franse wijnstokdeskundige dat het niet om Merlot maar om de bijna uitgestorven druif Carmenère ging. De druivensoort werd omarmd en wordt tegenwoordig met trots gepresenteerd als dé nationale wijn van Chili.
Door het warmere klimaat dan dat van Europa, veel zonuren, en vruchtbare grond is Chili uitermate geschikt voor wijnbouw. Het droge klimaat is goed voor de stofwisseling in de planten en voorkomt veel plantenziekten. Chili is dan ook het enige land waar de beruchte phylloxera nooit schade heeft aangericht. Wijnstokken worden hier dus niet geënt op onderstokken. Het droge klimaat vormt ook geen probleem dankzij de natuurlijke irrigatie van het smeltwater dat afkomstig is van de Andes.

Wijn gemaakt van Carmenère heeft een diep rode kleur. Je ruikt vooral veel zwarte bessen en pruimen. Rijpe wijnen kunnen ook tonen van chocolade geven en houtgelagerde wijnen hebben koffie, kruidnagel, peper en zoethout aroma’s.
In de mond, afhankelijk van de rijping, vaak een krachtige, kruidige wijn. Veel zwart fruit tonen en zwarte peper. Aan te raden bij een goed stuk vlees, bij voorkeur lam.