Categorie archief: druivensoorten

My Dear Madeira

Het eiland Madeira staat vooral bekend om zijn subtropisch klimaat en prachtige flora. Daarnaast heeft t eiland een wat minder imago wat betreft vakantiebestemming onder de 50+. Maar het is een heerlijk eiland om tot rust te komen. De gelijknamige wijn van het eiland heeft bij ons ook al niet een te best imago. Toch kwamen hier ooit de meeste gewilde wijnen vandaan. Wat is daar van overgebleven? Reden tot onderzoek. We bezochten een van de grootste producenten van het eiland in de hoofdstad Funchal; Blandy’s. Het bedrijf bestaat al sinds 1811 en is nog steeds in handen van de familie Blandy.

Madeira wijn wordt al sinds de vijftiende eeuw gemaakt. Madeira was in die tijd een tussenhaven voor schepen die richting de Nieuwe Wereld en Oost-Indië voeren. Om te voorkomen dat de wijnen op hun lange reis zouden bedreven werd er net als bij port wijnalcohol aan toegevoegd. Op zee werd de wijn aan extreme hitte blootgesteld en dat transformeerde de wijn. Dit werd ontdekt door de wijnproducenten van Madeira toen er een onverkochte zending van wijn terug kwam naar de eilanden. Zo ontstond Madeira wijn zoals we die nu nog kennen.

Hoe wordt Madeira gemaakt
Bij de most wordt tijdens de vergisting in vat wijnalcohol toegevoegd, hierdoor stop het vergistingsproces, waardoor de Madeira een deel van zijn natuurlijke restsuikers behoudt. Dan wordt de jonge wijn enige maanden blootgesteld aan hoge temperaturen van zo’n 30°-50°C. Dit proces geeft Madeira zijn unieke smaak.

Madeira ruikt net als port alleen qua kleur heeft het meer weg van sherry. De meeste Madeira’s op de markt zijn tegenwoordig gemaakt van Tinta Negra en komen in verschillende stijlen, van droog tot zoet. Maar oorspronkelijk werden Madeira wijnen van witte druivensoorten gemaakt. Vier verschillende om precies te zijn. Elke druif heeft een eigen stijl. Waarbij Sercial de meest droge variant is en Malmsey (malvasia) de meest zoete. Verdelho en Bual zijn de andere twee soorten. Er bestaat trouwens nog een variant Terrantez, een druif die nog weinig voorkomt op het eiland en veel zorg nodig heeft.

Na een rondleiding bij Blandy’s Wine Lodge, organiseerde wel zelf een mini proeverij in restaurant Gavião Novo.
We kozen voor 4 glazen Blandy’s 10 Year old Madeira’s van de vier nobele druiven Sercial, Verdelho, Bual en Malmsey.
De ober serveerde in plaats van brood (wat vaak gebruikt wordt om de mond te neutraliseren) de wijnen met een citroensorbet! Deze verrassende combinatie haalt het fruitgehalte in de wijn omhoog.
Sercial: amber kleurig, heeft frisheid, geuren van noten, citrus zest, hout en vleugje bloemen. Mooie nootachtige afdronk. Lekker als aperitief, gaat ook mooi samen met prosciutto of met sushi. Koel serveren! ± 8°C.
Verdelho: licht bruine kleur, gedroogd fruit zoals vijgen, iets van caramel en in afdronk citrus zest. Prima combi met wat sterkere kazen!
Bual: Koperachtige kleur, rijke smaak van een boterbabbelaar met gedroogde vruchten, noten en heeft licht kruidig karakter. Gaat goed met rijke toetjes en chocolade.
Malmsey: donkerbruin van kleur soms met een zeem groen, rijke smaak van honing, rozijnen, walnoten en hint vanille. Wordt veel gecombineerd met Stilton en bij ijs.

Mijn voorkeur gaat uit naar de twee drogere stijlen. Maar de zoete kunnen een mooie combi zijn bij een zoeter dessert, of probeer een medium-sweet met verschillende kazen. Leuke afwisseling als je port liefhebber bent. Ga naar een goede slijter en kies voor een Madeira die minstens 5 jaar oud is.

   
       

Fris en fruitig in de lentezon

Zoveel te doen en te leren. Voor werk, studie of plezier, met je neus in de boeken of tegen het scherm geplakt. Hier nog iets om te bestuderen! Het geldt voor iedereen, ook wijn moet je leren drinken!

Vandaag een tip om jezelf morgenavond op te trakteren. Maar speciaal voor Flo geschreven. Ben je zover? Zet je glas maar vast klaar!

Op een zonnige dag als deze dwalen mijn gedachten naar zuidelijke oorden. In dit geval naar Spanje. In een gebied 170 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Madrid en net onder de stad Valladolid ligt het wijngebied Rueda. Het gebied ligt op een plateau met een hoogte van zo’n 800 meter. Er heerst een landklimaat van koude winters en warme zomers tot soms boven de 35 graden. Omdat de wijngaarden hooggelegen zijn, koelt het er weer flink af ’s avonds. Deze temperatuurverschillen maken het verschil tussen het zuur en zoet van de druif.

Al sinds de 11e eeuw wordt hier wijn gemaakt. Koning Alfonso XI stimuleerde de wijnbouw, sterker nog hij maakte een wet zodat iedereen die wijngaarden wilde aanplanten daarvoor een gratis stuk land kreeg. In deze periode werd er vooral sherry gemaakt. De druivensoort Verdejo leende zich uitstekend voor dit drankje omdat het uit zichzelf oxideerde.

In 1909 kwam er een einde aan de wijnbouw in het gebied. De phylloxera-epidemie (druifluis) verwoestte alle wijnstokken. Lang bleef het gebied zonder druiven, er werd nog wel eens een poging gedaan, maar de bloei van de eeuwen ervoor was verdwenen. Tot er in de jaren zeventig van de 20e eeuw Verdejo opnieuw werd verbouwd en met moderne technieken er een frisse en fruitige droge witte wijn gemaakt kon worden.

De Verdejo druiven geven zuivere, frisse, droge maar fruitige witte wijnen die bloemig ruiken. In de mond veel citrusfruit, zoals grapefruit, verder appel en peer. Zeer karakteristiek is de lichte bitterheid aan het einde.
Heerlijk bij tapas, paella of kipgerechten.
De meeste verdejo wijnen zijn gemaakt om jong te drinken, echter worden er verdojo’s gemaakt met houtlagering. Deze zijn iets rijker en zachter van smaak en hebben honing en nootachtige smaken.
Natuurlijk ook proeven!

Hier een aantal tips voor een heerlijke Verdejo:
Antonio Sanz Verdejo Rueda (By the Grape) ± 9,50
Bodegas Mocèn Verdejo (Henri Bloem) 7,50
Valseny Rueda Verdejo (grapedistrict) 8,50

Proost op de lente!

Druif van de week: Chenin Blanc

Veelzijdigheid

Er is geen andere druif waarvan zoveel verschillende soorten wijnen worden gemaakt dan van Chenin Blanc. Van droog tot edel zoet en zelfs mousserend, Chenin Blanc levert het allemaal!

De oorsprong van deze druif ligt in de Franse regio Anjou in Loire vallei. Hier zou de druif al sinds de 9e eeuw bekend zijn. Rond 1500 zou ene Thomas Bohier een stuk grond gekocht hebben in de buurt van Touraine om deze in te richten als wijngaard. Er werden verschillende druivensoorten aangekocht uit andere wijnstreken als Beaune (Bourgogne), Jura en ook Anjou. Een van die rassen was de witte druiven soort Plant d’Anjou, zoals de druif in de Loire rond die tijd genoemd werd. Het klooster Mont Chenin vlakbij de wijngaard zou ervoor gezorgd hebben dat de druif al gauw de naam Chenin Blanc kreeg.

De Loire wordt vaak als een minder interessante wijnstreek gezien, maar naar mijn idee komen er schitterende wijnen vandaan! Het klimaat en de grond bepalen de stijl van Chenin Blanc. En deze druif laat zich van meerdere goede kanten zien. Soms moet je er alleen wat meer geduld voor hebben. De beste wijnen hebben soms meer dan 5 jaar nodig om op smaak te komen.

Belangrijke wijngebieden om te onthouden zijn; Anjou, Saumur, Vouvray, Coteaux du Layon en Savennières.
Anjou staat bekent om zijn droge witte wijn Anjou Blanc. In Saumur is Chenin Blanc vooral gekend om mousserende wijnen. In Vouvray worden alle stijlen geproduceerd, maar de half-zoete wijnen zijn misschien wel de beste variant van deze streek.
In Savennières wordt er vooral een volle droge witte wijn gemaakt van de druif, terwijl er in de Coteaux du Layon, Bonnezeaux en Quarts de Chaume vooral dessertwijnen worden gemaakt. De druiven worden hier aangetast door botrytis. Dankzij de hoge zuurgraad van de druif geeft het de zoete wijnen een mooie balans en zijn de wijnen heel lang houdbaar.

De druif is buiten Frankrijk erg succesvol in Zuid-Afrika. Hier wordt in de wereld de meeste wijn van Chenin Blanc geproduceerd (20.000 hectare). Chenin Blanc is er beter bekend onder de naam Steen. De wijnen zijn hier minder zuur dan in Frankrijk en daarom maakt men er wijnen die geschikt zijn direct te drinken.

Aroma’s van citrus, appel, reine claude, honing en mineralen komen vaak voor in de droge Chenin Blanc wijnen. Bij de zoete variant vooral perzik, abrikoos, marsepein en sinaasappel. De Nieuwe Wereld stijl, zoals die van Zuid-Afrika geeft meer tropische tonen, zoals ananas en banaan.
Door de verschillende stijlen ook goed te combineren met verschillende gerechten. Lichter, droge wijnen gaan goed samen lichte gerechten, zoals salades en met kip. De zoetere variant is erg lekker bij de Aziatische keuken en de half-zoete stijl gaat goed samen bij gerechten met romige sauzen.

Druif van de week: Syrah

Blauwe druivensoort

Absoluut een van mijn favorieten druiven. Niet geheel toevallig, omdat deze druif samen met Grenache in de mix zit in een van de lekkerste wijnen ter wereld: Châteauneuf-du-Pape.

Syrah kent ook mooie legendes. De naam van de druif heeft verschillende steden in het middenpunt gezet. Zo zou de Siciliaanse havenstad Syracuse de plek van oorsprong zijn geweest en door de Romeinse keizer Probus meegenomen zijn naar Frankrijk.
Omdat Syrah ook wel bekend is onder de naam Shiraz (ja het gaat hier om exact dezelfde druivensoort) gingen er ook verhalen dat de druif oorspronkelijk uit de gelijknamige oude stad in Iran afkomstig was.
In 1998 begon Carole Meredith een onderzoek naar de oorsprong van de druif en een jaar later werd het DNA vastgesteld. Syrah kent twee Franse ouders; Dureza en Mondeuse blanche. Minder aantrekkelijk verhaal? Misschien, maar wacht tot dat je de wijn proeft, een heerlijk sprookje!

Bij Syrah denken we meestal aan Frankrijk en dan vooral aan de Rhône. In het zuidelijk deel maakt het, zoals gezegd, een klein deel uit van de blend in Châteauneuf-du-Pape. Maar in het noordelijke deel speelt het een hoofdrol in de wijnstreken (van zuid naar noord) Cornas, Hermitage, Crozes-Hermitage, Saint-Joseph, Condrieu en Côte-Rôtie. Soms worden de wijnen aangevuld met het sap van de witte druivensoort Viognier (Côte-Rôtie) of Marsanne en Rousanne.
Kenmerkend is de diep rode soms bijna zwarte kleur, een geur van viooltjes en volle en sappige smaak. Vooral van zwart fruit (zwarte bessen, bramen) en een kruidige toon van peper. Als de wijn ouder wordt krijgt het meer leerachtige tonen. Goede wijnen hebben een zeer lang bewaarpotentieel.

De druif is ook populair in Australië, waar de druif beter bekend is onder de naam Shiraz. In 1832 bracht de Europese immigrant James Busby de druif mee naar Australië. Het zuiden van Australië is de plek voor Shiraz. Barossa Valley en McLaren Vale zijn de bekendste wijngebieden. Er werd in de jaren tachtig en negentig veel succes geboekt door wijnhuizen als Lindemans, Rosemount en Jacob’s Creek.
Door de volle zon en terroir hebben de wijnen hier wel een andere smaak. De wijnen zijn nog steeds vol van smaak maar wat minder pittig en hebben een iets zoeter karakter (donkere chocolade). Bekende wijnen zijn Penfold’s Grange en Henschke.

Waar de wijn van deze druif ook vandaan komt, het is er een om bij te eten! Bij de Franse wijn adviseer ik een klassiek stoofpotje. Voor de down under versie een gegrild stuk vlees met een lichtzoet sausje. Bon appetit!

Druif van de week: Muscat blanc à petit grains

Witte druivensoort

Muskaat is een druif die voorkomt in bijna alle wijnproducerende landen. De Muskaatfamilie is groot, er zijn zo’n 200 verschillende varianten. De meest voorkomende is de Muskaat van Alexandrië en daarna Muscat blanc à petit grains. Deze laatste is kwalitatief de beste en is in Italië beter bekend als Moscato (d’Asti of Bianco). In Frankrijk komt hij voor onder vele namen, zoals Muscat Blanc, Muscat Frontignan en Muscat Lunel. In Duitsland als Muskateller en in Spanje als Moscatel (de Grano Menudo).

Muscat blanc à petit grains kent al een lange geschiedenis die terug gaat naar de Grieken. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Klein-Azië. In de tijd van de Griekse kolonisatie (750-550 v. Chr.) werd Massilia (Marseille) gesticht. Het was de ideale plek voor een nieuwe handelsstad. De Grieken hebben naar alle waarschijnlijkheid de druiven verspreid naar onder andere het zuiden van Frankrijk.
De Romeinen waren erg gecharmeerd van de wijn van deze druif. In de tijd dat Julius en consorten probeerden Gallië te veroveren (behalve dat ene kleine dorpje), werd de druif via de door hen gestichte havenstad Narbonne verder door Frankrijk verspreid.
In de middeleeuwen kwam de druif ook in Duitsland terecht, waar het in 12e eeuw veel aangeplant werd.

Tegenwoordig komt de druif veel voor in het noordwesten van Italië. Daar wordt de druif gebruikt voor het maken van een licht mousserende zoete wijn: Moscato d’Asti. Deze wijn heeft een laag alcoholpercentage (5 à 7 %) en is heerlijk als dessertwijn of in de functie van opfrisser tussen de gerechten. De karakteriserende aroma’s van deze druif zijn duidelijk te herkennen; rozen, acacia, sinaasappel, honing en abrikozen.
In Frankrijk wordt er van deze druif een zoete versterkte wijn (vin doux naturel) gemaakt onder de naam Beaume de Venise. De wijn bestaat uit voor een groot deel uit de Muscat Blanc à Petit Grains, maar wordt ook wel geblend met de druif Muscat à Grains Noir. De wijn moet minstens 15% alcohol bevatten. Ook hier komt de geur van sinaasappel terug, zei het in een meer zest-achtige vorm.
In het zuiden van Frankrijk wordt er ook een licht mousserende wijn gemaakt die bekend is als Clairette de Die. Deze wijn bestaat voor het grootste uit Muscat Blanc à Petit Grains en wordt aangevuld met de witte druivensoort Clairette. Perzik, abrikoos, citrus en bloemen geuren komen je tegemoet.

Hoewel de zoete versies het meest voorkomen, worden er ook droge witte wijnen van de Muscat Blanc gemaakt. De Elzas is de bekendste plek en dat heeft de druif hier de bijnaam Muscat d’Alsace opgeleverd. Deze fruitige en bloemige wijnen zijn uitstekend te combineren met charcuterie en asperges!

Druif van de week: Sémillon

Witte druivensoort

Misschien niet voor iedereen een bekende. Maar Sémillon wordt op meerdere plekken in de wereld verbouwd, alleen geeft het niet overal het mooiste resultaat. De plaats, grond en manier van wijn maken zorgt voor veel verschillende stijlen wijn van deze druif. Als die combinatie goed is, geeft de druif prachtige wijnen!
De druif gedijt goed op een kiezelachtige of kleigrond in een vochtig klimaat, maar met zomerse warmte. Niet verrassend dat de druif dan in Frankrijk vooral in de Bordeauxstreek en Bergerac voorkomt. Omdat de druif zuren mist wordt de druif vaak met Sauvignon Blanc geblend, deze druif geeft frisheid en houtlagering doet de wijn goed. In de wijngebieden Graves, Pessac-Léognan en Entre-deux-mers vinden we enkele topwijnen van deze blend.

De druif is vooral beroemd om de zoete dessertwijnen Sauternes en Barsac. Deze wordt gemaakt van voornamelijk Sémillon druiven (vaak 80% van de blend). De druiven worden aangetast door zogenaamde edele rotting, botrytis. Dat wil zeggen dat deze goedaardige schimmel op de druiven komt waardoor het vocht in de druif verdampt en het sap geconcentreerder wordt. Het rendement en de opbrengst zijn dan natuurlijk laag en dat zie terug in de prijs. Daarbij moet ik wel zeggen dat deze zoetjes een zeer lang bewaarpotentieel hebben. Nu drinken of over 100 jaar, het kan!
Uit het glas komen de vele aroma’s je tegemoet, bloemen, zoet fruit, honing, noten, toast en iets zwavelachtigs. Het is een complexe volle wijn met veel fruitsmaken, zoals perzik, abrikoos, mango, vijgen en rozijnen.
Het meest beroemde wijnhuis voor deze zoete wijn is Château d’Yquem. Voor een klein flesje van dit liquide gouden drankje moet je al gauw zo’n €100 betalen. In juni 2011 werd er een fles Château d’Yquem uit 1811 geveild en dat leverde een recordbedrag van €85.000 op. Maar natuurlijk zijn er ook Sauternes wijnen in andere prijsklasse. Vraag erna bij je wijnhandelaar, want dit is een wijn die je zeker een keer geproefd moet hebben.

Sémillon is ook succesvol in Australië, met name in Hunter Valley. De 100% Sémillon wijnen krijgen hier nooit een houtlagering! Wel veel zonuren en dat proef je terug in de wijn. Het zijn droge frisse wijnen met citrus smaken, appel en gras. Als je de wijn wat langer bewaard verdwijnt het citrus naar de achtergrond en komen er rijpere tonen naar voren.
Naast de blend met Sauvignon Blanc, wint in Australië de combinatie met Chardonnay terrein. In het zuidoosten van het land komen we deze combinatie veel tegen. In het glas tropische aroma’s zoals ananas en een hint perzik, maar ook toast en honing. In de mond fruitig en boterzacht.

Druif van de week: Cabernet Franc

Blauwe druivensoort

Lang werd deze blauwe druif als het kleine broertje van Cabernet Sauvignon gezien. Maar uit DNA onderzoek bleek dat een kruising tussen Cabernet Franc en Sauvignon Blanc de druif Cabernet Sauvignon opleverde. Geen broertje dus, pa Cabernet Franc was er al heel wat jaren eerder.

De herkomst van de druif ligt naar alle waarschijnlijkheid in Baskenland, aan de noordwestkant van de Pyreneeën. Maar we vinden de druif nu vooral op andere plekken in Frankrijk.
In Bordeaux worden de druiven aangeplant in de koelere wijngaarden en maken ze onderdeel uit van een blend met Cabernet Sauvignon of met Merlot. Hoewel de druif in deze blends meestal de ondergeschikte rol speelt in de wijn, is Cabernet Franc op de rechteroever in Bordeaux, in Saint-Emilion en Pomerol, juist meer aanwezig. Hier wordt de druif ook wel Bouchet genoemd. Het tophuis Château Cheval Blanc in Saint-Emilion gebruikt zelfs meer Cabernet Franc in de wijn dan Merlot. Voor zo’n flesje van deze heerlijkheid moet je wel even wat maanden sparen. Voor een premier grand cru betaal je al gauw 400 euro.

Omdat Cabernet Franc vroeg rijpt en ook in koelere gebieden prima groeit, komen we de druif veel tegen in de Loire. Hier speelt de druif geen bijrol. In de wijnstreken Chinon, Bourgueil, Saint-Nicolas de Bourgueil en Saumur-Champigny worden er misschien wel de mooiste cépagewijnen gemaakt. Mooi woord cépage! Hiermee bedoelen we een wijn die van slechts één enkele druivensoort gemaakt is.
In de 17e eeuw bracht kardinaal Richelieu de druif naar deze streek. Ze werden aangeplant bij de Abdij St-Nicholas-de-Bourgueil en werden onder toeziend oog verzorgd door een geestelijke die de naam Breton droeg. De druif staat in deze streek daarom ook wel bekent onder deze naam.

De stijl van de wijn kan verschillen. Vaak licht en fruitig, maar er bestaan ook hele mooie geconcentreerde versies. Op zichzelf heeft de wijn aroma’s van aardbeien en/of frambozen, vaak ook iets van groene paprika en zwarte bessen. In de mond zacht van smaak, kruidig en sappig. Jonge wijn licht gekoeld drinken en lekker bij gebraden kip. Langer gerijpte wijnen beter bij meer kruidige gerechten.

Bij de locale wijnhandel even vragen naar een mooie fles!

Druif van de week: Blaufränkisch

Blauwe druivensoort

Lang werd gedacht dat deze druif genetisch identiek was aan Pinot Noir of later aan Gamay, omdat de druif onder de synoniemen Borgogna in Kroatië en Gamé in Bulgarije bekend stond. Maar met DNA testen werd vastgesteld dat Blaufränkisch afstamt van Gouis Blanc en een nog onbekende andere soort. Daarmee is Blaufränkisch wel familie van de Gamay en andere druiven die Gouis Blanc als ‘ouder’ hebben, zoals Chardonnay, Riesling en Muscadelle.

De naam Blaufränkisch werd voor het eerst beschreven in 1862, wanneer de soort op een expo in Wenen werd gepresenteerd onder deze naam. Maar de druivensoort bestond al veel langer, waarschijnlijk al in de middeleeuwen. Maar de naam werd pas in 1875 officieel erkend.
Hoewel de druif haar bekendheid vooral te danken heeft aan de Oostenrijkse wijnen, is Blaufränkisch ook bekend in andere landen, maar onder een andere naam. Zo is de druif bijvoorbeeld in Duitsland en in Washington State (VS) beter bekend als Lemberger, in Hongarije als Kékfrankos en in in Friuli (Italië) als Franconia Nera.

Omdat Blaufränkisch vroeg bloeit, maar laat rijpt, heeft de druif een warme omgeving nodig om goed te groeien. In Oostenrijk vinden we de druif daarom vooral in het oosten van het land: Burgenland. Dit gebied ligt ten zuiden van Wenen en aan de grens met Hongarije. Het wijngebied Mittenburgenland en Neusiedlersee staan bekend om de beste exemplaren.

De druif geeft zeer fruitige wijnen met aroma’s van kersen, rode bessen, bosbessen en peper. Het zijn stevige wijnen, bij houtlagering zachtere tannines en daarnaast zorgt het hout voor nog meer structuur in de wijn. Jong zijn het zeer opgewekte wijnen, als je de volle en krachtige exemplaren iets langer bewaard krijgen deze wijnen een prachtig fluweel laagje.
Heerlijk bij stoofpotjes en mooie begeleider bij gevogelte.

Enige wijnhuizen om zeker eens een Blaufränkisch van te proeven: Wendelin, Umathum, Moric, Muhr & van der Niepoort, Schiefer, Pichler-Kruzler.

Druif van de week: Sangiovese

Blauwe druivensoort.

Sangiovese is vandaag de dag de meest aangeplante druivensoort voor rode wijn in Italië. De druiven worden verbouwd van Noord tot Zuid-Italië. Maar ook buiten Italië, zoals in Argentinië, Chili en Australië.
In Italië vindt men vele gekloonde versies van deze soort, de meeste daarvan produceren niet dezelfde kwaliteit als dé Sangiovese. Klassieke Sangiovese is droog en tanninerijk, met fruit van pruimen, kersen. De wijnen hebben een kruidig karakter met soms hints van leer en wild.
Het is de belangrijkste druif voor de productie van de populaire rode wijnen van Toscane, als basis in Chianti en Vino nobile di Montepulciano en voor 100% in Brunello di Montalcino.
De naam komt vermoedelijk van sanguis Jovi’s ofwel bloed van Jupiter. Volgens een legende werd de naam gegeven door de monniken van Santacangelo di Romagna, in Emiglia Romagna.
Sangiovese rijpt tot laat in het seizoen en is gevoelig voor regen tijdens de oogst.
Eenvoudige wijnen van de Sangiovese zijn vaak licht van smaak en kun je het beste jong (3 tot 4 jaar oud) drinken. Topwijnen van de Sangiovese rijpen op hout en zijn rijk, geconcentreerd, hebben zachtere tannines en kun je lang bewaren, sommige soms wel 20 jaar.
Basiswijnen hebben vaak een dieprode kleur. De topwijnen hebben dezelfde levendige rode kleur, die naar mate de wijn ouder wordt overgaat in een roodbruine kleur. Zowel de eenvoudige wijnen als de toppers hebben een flinke portie zuren en tannines. In de basiswijnen proef je vooral kersen, kruiden en specerijen. De houtgelagerde wijnen zijn vaak zachter van smaak. Hier proef je pruimen en aardse tonen van truffel of paddestoelen, leer en soms ook chocolade- en koffietonen.

Ideaal bij gegrild (rund)vlees of pastagerechten met sauzen op basis van tomaten.